Wat voorafging: nadat ik in de herst Kristoffer in zijn geboortedorp Kester in een millimeterspurt geklopt had met 5 – 4, waarna zijn vader prompt verhuisde naar een ander dorp, en ik daarna op een donkere winteravond aan de poorten van het kerkhof in Halle uitpakte met een 6 – 2 overwinning, de meestal rustige bewoners vandaar wat vibes gevend, ging ik voluit voor een 3 op 3.
De plaats die ik uitgekozen had is geliefd bij toeristen uit binnen- en buitenland: het Gravensteen in Gent. Mijn maliënkolder had ik thuisgelaten, ik dacht zijn verradelijke dubbels zo ook wel te kunnen ontwijken. Onder een lentezonnetje ging ik goed van start. Na 1 – 0 kwam ik op 2 – 0. Toen sloeg het om. Was het werkelijkheid of was het in mijn gedachten dat ik plots een ijselijke gil hoorde opstijgen vanuit de vergeetput? Als in een vertraagde film zag ik mijn tegenstreven zijn hand de cube in het bord leggen. Met een verbeten blik wachtte hij mijn antwoord af. Als een echte heldhaftige Brabantse Krijger nam ik de uitdaging en de cube aan. Ik zag me immers al 4 – 0 voorstaan, het afmaken, en met een achterwaartse salto luid jodelend de slotgracht induiken. Helaas, was het de geest van Jacob van Artevelde die een slechte nacht had gehad en verkoos zijn toorn op mij te laten neerdalen? Als in een kwade droom gebeurde het dat ik een gammon tegenkreeg: 2 – 4 voor mijn tegenspeler. Het werd effe zwart voor mijn ogen maar ik pepte mezelf moed in door te denken dat ik met twee winstspelletjes toch nog ging winnen. Het zat erin maar helaas ging ik uiteindelijk ten onder met te zware 2 – 5 cijfers. Proficiat aan Kristoffer, die nu 13 van onze 20 seizoenskampioenschappen gewonnen heeft.
Moraal van het verhaal: laat nooit je maliënkolder thuis als je in het Gravensteen backgammon gaat spelen.
Johan Brisaert